Op zoek naar evidence

evidenceOp het KNVI-congres in november verzorgde Wichor Bramer, biomedisch informatiespecialist bij het Erasmus MC, een workshop over systematisch zoeken. De zoekmethoden die op het terrein van de geneeskunde al lang gebruikelijk zijn, kon hij daar bij een breder publiek onder de aandacht brengen. Ook op andere vakgebieden begint “evidence based” zoeken namelijk steeds belangrijker te worden. Al mondt het daar nog zelden uit in “systematic reviews”, in het bovenste laagje van de “evidence pyramide” waarin de opvolgende niveaus van steeds verder gevalideerde en gefilterde informatie vaak worden weergegeven.
In november waren maar blokjes van 40 minuten voor Wichor’s workshop beschikbaar, eigenlijk veel te kort om je echt in die methodiek te verdiepen. Gelukkig is daar op 9 maart wel tijd voor. Wie dan aan zijn workshop deelneemt krijgt in alle rust 2 uur de tijd om deze technieken zelf toe te passen. Als introductie herhalen we hier het interview dat Eric Sieverts in november voor IP met Wichor hield.


De door Wichor toegepaste methodiek is helemaal op Booleaans zoeken gebaseerd. Nu iedereen voorkeur lijkt te hebben voor meer Googliaanse zoekmethoden, wilden we graag zijn argumenten horen om aan die klassieke methode vast te houden.

‘In de medische wereld ligt de nadruk heel sterk op evidence based medicine. Dat betekent dat je bij het zoeken naar informatie eigenlijk geen enkele evidence, dus geen enkele publicatie mag missen. Dat betekent dat je heel gestructureerd moet nadenken wat de kenmerken zijn van de artikelen die je onderzoeksvraag zouden kunnen beantwoorden en die in een precieze zoekvraag moet vertalen. Booleaans zoeken is daarvoor nog altijd de aangewezen methode, met veel OR’s tussen synoniemen, en gebruik van NEAR om preciezer te zoeken dan met alleen maar AND-relaties. Op basis van de systematic reviews waarvoor wij de literatuur bij elkaar zoeken, worden medische beslissingen genomen, waar mensenlevens mee gemoeid zijn. Daarbij mag je niet afgaan op de toevallige relevance ranking van een bepaalde zoekmachine. Dat je voor je uiteindelijke selectie dan meer publicaties moet doornemen, is natuurlijk onvermijdelijk. Ook voor andere vakgebieden is deze manier van zoeken in wezen net zo belangrijk; ook daar begint men meer “evidence based” te werken en wordt het belangrijker weinig te missen.’

Die eigen methodiek rond het Booleaans zoeken, wat houdt die in?

‘Je begint uiteraard met vraaganalyse; wat de meest belangrijke elementen zijn om verder uit te werken. Voordeel bij medische vragen is dat je daarbij kunt uitgaan van thesaurustermen en de synoniemen die de thesaurus biedt. Bij het intikken van je zoekvraag begin je al met haakjes te zetten, voordat je zoektermen daartussen gaat zetten, zodat er met de syntax niets mis kan gaan. Goed kijken wat je met het een wel en met het ander niet vindt, levert weer nieuwe woorden om de zoekvraag uit te breiden. Zo’n zoekvraag kan uiteindelijk uit een combinatie van wel meer dan 200 termen komen te bestaan.’

Voor die systematic reviews zoeken jullie in wel zeven verschillende databases. Zit op jullie terrein niet alles al in Medline/Pubmed of in Embase?

‘Dat we in meer bestanden zoeken heeft niet zo zeer te maken met de dekking van de bestanden die jij noemt, maar met de verschillen in toegekende indextermen, of eventuele full-text doorzoekbaarheid. Zo vind je toch altijd nog wat extra’s. Daarbij maken we wel gebruik van macro’s om een zoekvraag automatisch te vertalen naar de syntax van andere gebruikte zoeksystemen.’

Is die methode ook geschikt voor onderzoekers zelf?

‘Promovendi krijgen een cursus om zo te leren zoeken voor hun eigen onderwerpen. Daarbij stellen we ook onze macro’s beschikbaar. Maar die cursus is niet bedoeld als vervanging van de informatiespecialist. Zelf doen wij 80% van de zoekacties voor systematic reviews – zo’n 200 vragen per jaar. Gewone klinische zoekvragen doen de gebruikers wel grotendeels zelf. Daar ontbreekt ons de tijd voor.’
systematicreviews
Voor dat grote aantal systematic reviews, hebben jullie daarvoor wel voldoende mankracht?

‘Dat lukt wel, doordat ik zo’n vraag, dankzij die standaard methodiek, in gemiddeld 70 minuten afhandel, in plaats van er bijna een week over te doen, zoals hier en daar gebruikelijk is. Vanwege die snelheid is onze methode ook wel een beetje controversieel in de medische informatiewereld. Maar het zijn vooral die methodiek en het gebruik van handige, betrekkelijk simpele macro’s wat ontzettend veel tijd scheelt, maar toch aantoonbaar goede resultaten oplevert. De ervaringen hiermee proberen we ook zo veel mogelijk met anderen te delen, waardoor de reviews van anderen uiteindelijk ook beter worden. En voor zoekacties in andere vakgebieden geldt dat ook. De titel van mijn cursus geeft eigenlijk al aan waar het om gaat: “Improving efficiency and confidence in systematic searching”.’


Dit interview verscheen eerder in IP 2016|08.
Meer informatie over Wichor en zijn workshop is [HIER] te vinden.

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.